In gebieden met het poolklimaat is de wintertemperatuur erg laag. 's Winters komt de zon helemaal niet op rond de polen. Het is er dag en nacht donker en kan op sommige plaatsen wel 60 graden vriezen. In de zomer blijft de zon dag en nacht schijnen. Maar omdat het 's winters zo koud is en de zomer maar kort duurt ontdooit alleen de bovenste laag van de aarde, de rest blijft bevroren. Hierdoor kunnen er nauwelijks planten groeien en tref je er voornamelijk mossen aan.

Een boom die zich wel aan het poolklimaat heeft aangepast is de arctische wilg. Deze wilgensoort kruipt over de grond. Zijn wortels liggen zowel vlak onder als boven de grond om zoveel mogelijk water op te kunnen nemen. Hij heeft een dikke bast als bescherming tegen weer en wind.  

Ongeveer de helft van alle soorten planten in woestijnen komen na de regen snel uit het zaadje, gaan groeien, bloeien en zaden maken in de korte periode vlak na een regenbui. De droge periodes ontwijken ze als rustende zaadjes in het zand.

De plantensoorten die wel in de droge tijd leven zijn op andere manieren aan de droogte aangepast.

Bijvoorbeeld:

- Een aantal plantensoorten heeft hele lange wortels om water te bereiken dat ver onder de grond zit;

-Andere planten, zoals cactussen, hebben veel wortels vlak onder het bodemoppervlak om zoveel mogelijk water op te vangen tijdens de regenbui;

-Andere woestijnplaneten zorgen dat ze zo weinig mogelijk water verliezen. Ze hebben een dikke waslaag om hun bladeren en hebben kleine harde bladeren zoals vetplanten, zodat zo min mogelijk water via de huidmondjes in de bladeren kan ontsnappen. Sommige soorten laten hun bladeren vallen tijdens de droogte en maken nieuwe bladeren tijdens de regenperiodes. Verschillende soorten woestijnplanten maken zelfs helemaal geen bladeren zoals cactussen, de stengel voert dan de fotosynthese uit.

- Ook zijn er aanpassingen van droogte planten die je niet kunt zien. Er zijn soorten die 's nachts CO2 opemen om overdag de huidmondjes gesloten te houden.

Voor dieren zijn planten sappige brokjes voedsel en water. Droogteplanten hebben daarom vaak stekels om dieren af te schrikken.

http://www.br.fgov.be/PUBLIC/GENERAL/EDUCATION/

EDUCATIONNL/infoblad_droogteplanten.html;

In het tropisch regenwoud komen heel veel plantensoorten voor. Een voorbeeld is de Bromelia. Bromelia's groeien op de stam of takken van bomen. De meeste Bromelia's groeien hoog in de bomen om zoveel mogelijk (zon)licht op te vangen. De plant leeft niet van zijn gastheer, maar voedt zich met regenwater, oude rottende bladeren en vogeluitwerpselen. De Bromelia vangt dit allemaal op in het hart van de plant. Doordat het hart van de Bromelia kokervormig is blijft het water met de voedingsstoffen in de plant staan. Niet alleen de Bromelia voedt zich hiermee, ook andere dieren in het tropisch regenwoud maken van deze zogenaamde wateropslag gebruik. Zo maken o.a. vogels, apen, kikkers en andere insecten dankbaar gebruik van deze Bromelia's. Vooral voor de gifkikker is de Bromelia een onmisbare plant in hun voortplantingsroces. De gifkikkertjes maken namelijk gebruik van het water in de koker van de Bromelia om hier hun kikkerdril in af te zetten.    Bron: http://www.ripplants.nl/Herkomst.htm