Tip 1: onderzoek één ding te gelijk.

Zorg ervoor dat je onderzoek eerlijk is. Als je de snelheid van verdampen met doekjes vergelijkt, zorg er dan voor dat ze bij de start even nat zijn.

Verander niet meer dingen tegelijk als je vergelijkt. Als je het verdampen vergelijkt van een doekje op de verwarming met die van een doekje in een bakje in de koelkast, dan weet je niet of het verschil komt door de temperatuur of door het bakje.

Gebruik een goede onderzoeksvraag. Bijvoorbeeld:
verdampt water sneller op een warme plek dan op een koude plek?
verdampt water sneller als het waait?
verdampt water in een afgesloten bakje sneller dan in een open bakje?
verdampt water in een koud afgesloten bakje minder snel dan in een warm afgesloten bakje?

Onderzoek doe je altijd in een bepaalde volgorde:
I. kies of bedenk een goede onderzoeksvraag
II. schrijf op wat je denkt dat er zal gebeuren
III. bedenk hoe je het onderzoek wilt doen. Wat ga je meten? Wat ga je veranderen? Wat moet hetzelfde blijven? Hoe en wanneer ga je resultaten opschrijven?
IV. Doe het onderzoek en schrijf de resultaten op.
V. Bekijk de onderzoeksresultaten en vergelijk die met wat je dacht dat er zou gebeuren. Wat is je conclusie?
VI. Ga na of het onderzoek precies zo gegaan is als jullie hadden bedoeld. Kan het zijn dat er iets is gebeurd waardoor de resultaten niet meer kloppen?
VII. Maak een verslag waarin je schrijft wat je onderzoeksvraag was, wat je vooraf had verwacht, hoe je het onderzoek hebt opgezet, hoe het is gegaan, wat de resultaten waren en wat je conclusie is.